Het water ruiste tevreden in mijn oren..

Dikke druppels water vielen op mijn lichaam. Ik stond aan een groot meer, met een motto. Een bliksemstraal liet het donkere weiland achter me verlichten. Waarom ik dit deed? Tja, dat wist ik alleen. Een samenvatting van de afgelopen maanden speelden zich af in mijn hoofd.

Dais?' vroeg hij. Ik keek hem aan, 'Ja?' hij beet op zijn lip. 'Ik moet nu kiezen.. anders word ze boos,' hij knikte naar het meisje verderop. Ze keek me duivels aan. 'Kies dan maar.. zeg het eerlijk, ook al ga ik kapot,' tranen prikkelden achter mijn ogen, maar ik ging door. 'Je moet het eerlijk zeggen,' moeilijk keek hij me aan, en toen opende hij zijn mond.
'Ik kies voor Femke,' 
mijn leven stortte in. 


Zachtjes liep ik door het weiland, mijn kleren waren nu kletsnat, maar dat kon me niet schelen. Alles deed me pijn, mijn ziel, mijn lijf, mijn gedachten.. ik probeerde mijn gedachten af te sluiten, maar het lukte me niet. De volgende pijnlijke gedachte vloog voorbij.
'Waarom heb je het tegen Femke vertelt?!' hij riep het uit van woede. 'Ze vertrouwd me niet meer! Ja, ik heb gevoelens voor je, maar dat had ik zelf wel verwacht,' hij wendde zich tot mij. 'Daisy, als ik je een kus geef, waarom vertel je het dan meteen aan Mirthe?' ik werd boos. 'Hallo, jij geeft me aandacht, als je dan meteen niets meer van je laat horen, prop ik mijn gevoelens op en dan móét het eruit! Mirthe is te vertrouwen, Femke heeft het via JOU gehoord, niet via Mirthe!' ik moest me inhouden om hem niet te gaan slaan, dat kon ik niet, ik hield teveel van hem. 'Daisy, ik kan je niet meer vertrouwen,' hij liep weg.

Woedend gooide ik een steen in het water. Haat en liefde, kan dat samen? Ik haat hem, maar toch hou ik zielsveel van hem. Gefrustreerd keek ik naar de boederij aan de overkant. Daar zaten ze waarschijnlijk gezellig naast elkaar tv te kijken, one big happy family. Sure.. Ik geloof niet meer in geluk, alles gaat me voorbij.. Schreeuwend van de pijn komt er weer een gedachte omhoog.
Ik zag hem staan, naast Femke. Ik liep er naar toe, en hij zei tegen Femke: 'Even wachten, ik ben zo terug,' en hij liep weg, terwijl hij mij wenkte. Ik liep hem achterna, en toen draaide hij zich om. 'Daisy.. ik moet je wat vertellen,' hij was groot, sterk, blond en had mooie ogen. 'Daisy, ik heb geen gevoelens meer voor je..' ik draaide me om en rende het schoolgebouw uit. 

Ik werd gek van deze gedachten, waarom moeten ze me straffen? Elk mens kan dit gebeuren, waarom gebeurd me dit? Ben ik te min, ben ik wéér een tweede keus? Waarom vecht ik nog hiervoor, het is gebeurd. Het is afgelopen. Mensen houden niet van mij, ik leef niet meer voor mensen. Ik heb mijn vriendinnen laten stikken voor deze liefde. 
Aarzelend liep ik naar het meer toe. Nu wist ik het zeker.
Ik sprong het meer in.
Het leven is afgelopen, niet bestemd voor mij, je bent hier niet welkom: het is voorbij.